Gisteren was het weer zover. Een prikkelhoest, snotterigheid en wat meer klachtjes in de avond ervoor, gecombineerd met een gevoel van verantwoordelijkheid, maken dat ik me voor de 6de keer laat testen.
Wanneer ik aankom, is er een vertraging van 15 minuten. Uit alle lagen van de bevolking komen mensen om getest te worden. Er staan opvallend veel kinderen in de rij. Voor mij een jongetje van 4 jaar. Hij heeft lol in springen. Wanneer ik in een overdekt deel terecht kom, betekent dat het springen naast zichtbaar ook voelbaar wordt. Wat kost dat een hoop energie. Gelukkig duurt het maar kort en kan ik door actief afleiding te zoeken, ergernis voorkomen. Na een compliment dat hij een grote jongen is, -hij noemde het zelf een groot jongetje- huppelt hij met zijn moeder naar de testlocatie.
Ik mag gelijk er achteraan. Keel en neus worden met een paar rondjes draaien met de wattenstaaf even onaangenaam beroerd en dan mag ik weer naar huis.

De klachten van de vorige avond waren eigenlijk al weg. En mijn vermoeden is binnen 18 uur bevestigd: negatief, net als alle andere keren. Is toch een fijne wetenschap!
De teststraat hoop ik te kunnen gaan vergeten. Op naar een klachtenvrije tijd!