In een katholiek land als Oostenrijk, vind je op vele plaatsen een crucifix, een kapel of een kerk.

Osttirol heeft er ook genoeg. Deze kerken en kapelletjes kwamen we tegen in twee dagen tijd. De eerste was de Sint Nikolauskirche bij Ganz.

De grootste kerk staat prominent in Matrei. De St. Albankirche. De toren van de kerk is de hoogste van heel Tirol.

Binnen in de kerk is het verrassend mooi. Niet alleen het altaar, maar ook de schilderingen op het plafond.

Ook in Matrei staat de Lourdeskapel, gebouwd tussen 1903 en 1904.

Onderweg naar een andere opmerkelijk kerkje zien deze kapel staan bij de Ģrabenweg.

De Klaunzerkapel is vrij recent vernieuwd. Het dak is van hout. En dat oogt bijna goud.

De Annakapel staat bij een uitzichtpunt, boven Prossegg.


Een houten kapel staat midden in de woonkern van Prossegg.

In Virgen staat deze kerk, de Walfahrtskirche Maria Schnee. Dit gebouw is gebouwd rond 1456 heeft prachtige fresco’s.


Hoog in de bergen, bij een restaurant zien we deze crusifix hangen.

Nadenkend over de kerken en kapelletjes en crusifixen, ervaar ik de schoonheid van het bewustzijn van wat Jezus voor ons allen gedaan heeft. Het kan natuurlijk een religieus relikwie worden, maar een kapel in de eigen woonomgeving maakte dat gezamenlijk ook de eerbied en dank werd gebracht. Ook vind je er de herinnering aan overledenen terug. De kerk van nu vraagt ook om toegankelijkheid, echtheid, onderlinge liefde en betrokkenheid. Elk huis kan zo een kapel of kerk zijn, terwijl ons eigen lichaam een tempel is van God!