Categorie archief: Memorabele momenten

Er zijn van die momenten, waarvan je denkt dat het eenmalig is. Uniek. Iets dat je wilt vasthouden.

Kijkje bij de 112 meldkamer

Als kind was ik al enthousiast over geüniformeerde diensten. Ik was een poosje bij de jeugdbrandweer in Hendrik Ido Ambacht. Trots zat ik bovenop de brandweerauto.

Jarenlang wilde ik ook bij de politie. Ik koos uiteindelijk voor de verpleging. Ik droeg zo jarenlang een wit uniform in een Rotterdams ziekenhuis. In 1985 reed ik op mijn verzoek een avondje mee met de ambulance van de Rotterdamse GGD. Gaaf om mee te maken.

In mijn latere banen kwam ik steeds weer opnieuw in aanraking met de politie en de ambulancedienst. In overleggen en in crisissituaties. Vanuit de GGZ mocht ik ook bij de politie kennis overdragen over het omgaan met psychische patiënten in crisissituaties.

In jaren 2000 werd ik vanuit de RIAGG, waar ik toen werkte, ingewerkt bij Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen en Ongevallen (GHOR) t.b.v. de psychosociale opvang. Bij verschillende rampenoefeningen was ik betrokken, o.a. bij De Kuip in Rotterdam. Prachtig was dat. Alles over integrale samenwerking moest nog worden uitgedacht. Heel interessant om daarbij betrokken te zijn. Een aantal jaar deed ik piketdiensten voor de GHOR om bij een eventuele grootschalige gebeurtenis een opvangteam te kunnen oproepen en aansturen. Eén keer moest ik ervoor aan de slag.

Uitnodiging. Een centralist van de brandweer heeft mij voor vandaag uitgenodigd om in de gemeenschappelijke meldkamer van de veiligheidsregio’s Rijnmond en Zuid Holland Zuid rond te kijken. Hij heeft daar een dagdienst te draaien. De meldkamer blijkt gevestigd op 21ste verdieping van World Port Center op de Wilhelminapier. Op 4 computerschermen per persoon wordt informatie gezien en verwerkt. De tafels zijn ook in de stastand in te stellen.

Drie meldkamers bij elkaar!

Met enthousiasme en kennis van zaken, ook theoretisch, informeert hij me over de positie van de meldkamer, in het verleden en nu. En hij legt uit hoe het allemaal werkt. Prachtig om te zien hoe geavanceerd de organisatie daarvan is geregeld, zodat er altijd hulpdiensten bereikbaar en beschikbaar zijn. Zo’n meldkamer is de verbindingsdienst, die alles aan elkaar knoopt met steeds meer actuele informatie over wat, waar en hoe. Ook de locatie van de melder is direct op een scherm zichtbaar. De drie diensten werken nauw samen. Geregeld gaan de diensten alle drie op een melding af, zoals bij een reanimatie. Er gebeurde van alles in de paar uur dat ik mee keek en mee luisterde. Iemand die onwel was en uit een huis getakeld moest worden om te worden vervoerd. Een eenzijdig ongeval met een auto. Een bootje stuurloos op een groot water. Gelukkig waren er geen grote problemen, al was dat inhoudelijk voor mij natuurlijk meer boeiend geweest. Als geïnteresseerde in deze organisaties was het even een eldorado.

De Erasmusbrug met daarachter het Noordereiland.

Ik kreeg ook een rondleiding in dit cruciale gebouw voor de haven en de regio. Hier is namelijk ook het centrale crisiscentrum van de regio. En zo kon ik mijn eerder opgedane kennis over de GHOR weer completer maken met plaatjes over waar de coördinatie bij grootschalige problemen plaatsvindt. Een mooie en leuke stage!

Je kunt de ‘Rotterdam’ zien liggen.

Verloving in Zwitserland

Op 3 juli 1982 in de vroege morgen arriveren we per trein in de Zwitserse stad Zürich. Hier zal onze tussenstop zijn. Het einddoel is Graubünden. We zijn er echt vroeg, want de winkels zijn nog niet open. Dat geeft niet.  We hebben elkaar en we gaan gewoon op zoek naar een leuke plek waar we ons kunnen verloven.

We verloven ons wel een beetje stiekem. De gewoonte om er een heel feest van te maken, past niet zo bij ons. Losmaken van hoe het hoort. Hoe het hoort is niet zo interessant. Wat we graag willen wél. Welke reacties het kan oproepen, laten we los. Onze beide ouders weten daarom ook niets van onze keuze om te verloven. Wij weten het al maanden. We gaan hen positief verrassen. Per post!

De plek van verloving is aan de kade bij de Zürichsee. De plek waar de vele zwanen zijn. Daar geven we elkaar een ring en gaan we kaartjes schrijven naar onze ouders en anderen.

We rijden daarna verder met de trein naar Graubünden. We zullen daar deelnemen aan een Duitstalig internationaal kamp. We zijn een stelletje. We zijn de enige Nederlanders. We zijn anders. Zo voelt het. De liefde voor de bergen wordt hier geboren.

Vandaag is ons jubileum! Het is vandaag precies 40 jaar geleden.

Helende verbondenheid

Met een groepje collega’s vanuit verschillende plaatsen in Nederland trekken we een dagje op in de polders van Dordt. We kennen elkaar alleen van het beeldscherm. Het is bijzonder om elkaar dan in levende lijve te zien en met elk een individueel moment te kunnen hebben.

Tijdens de lunch komen gezamenlijke gesprekken op gang. We stellen elkaar inhoudelijke vragen vanuit ons beroep en worden wijzer van de verschillende reacties. En dan komen we ook bij onszelf uit. We kruipen allemaal verder uit onze schulp. Het voelt vertrouwd en er is ruimte om ook heel kwetsbare levenservaringen te delen, nare, maar goed bewaarde geheimen. Er is zoveel veiligheid, door wijd openstaande oren, ogen en harten. We beseffen het allemaal dat er iets heel speciaals gebeurt.

Er is ontferming, inclusie en maximale betrokkenheid. Hier veranderen mensenlevens. Hier is groei. Wat een onvergetelijke ontmoeting is dit! Goddelijk noemt iemand het! En ik denk dat het klopt.

Afscheid nemen van mijn vader

Vanmorgen, net voordat de afscheidsdienst zou beginnen, zie ik aan de dijk de lijkwagen staan. Straks zal mijn vaders lichaam hierin vervoerd worden. Ik weet dat er geen bloemen bij de kist zullen zijn. Dat is helaas niet te doen gebruikelijk in de cultuur waarin ik ben opgegroeid. Gelukkig voor mij zijn er wel bloemen hier bij de dijk. Bloemen, die fleur, licht en vrolijkheid geven; keer op keer een reden geven tot dankbaarheid. Vanwege de grootsheid van het leven zelf. Het leven dat komt en gaat. Er is een leven geëindigd en een nieuw leven gestart.

We gaan afscheid nemen. Eerst in de vorm van een formele, bij de context van het gezin passende kerkdienst. Woorden worden gesproken. Woorden van de voorganger over mijn vader. Woorden over het Woord om over na te denken. Woorden die raken. Woorden die vragen oproepen, omdat woorden ook betekenis geven aan en over religieuze denkbeelden. Woorden van troost. Woorden van verbinding. Woorden over Gods liefde.
We overdenken in de afscheidsdienst dat we hopen op God. God, die de bron van het Leven is, bij het begin en het einde is. Die ons door en door kent. In verbondenheid met God leven, geeft perspectief , ook voor mij. Een plaatje bij God heb ik niet. Wel woorden over wat ik in de verbondenheid met God ervaar en probeer uit te leven: geborgenheid, liefde, vrijheid, vrede, vriendelijkheid en vergevingsgezindheid.

Na de dienst komt de begrafenis. We schuiven de kist in de auto. Ik geef bewust het laatste duwtje. Ik neem afscheid. Onderlinge verbondenheid ervaar ik in het samen achter elkaar rijden. Dezelfde weg gaan. Het begin- en eindpunt zijn hetzelfde. We horen bij elkaar met de lijkwagen als verbindend voorganger. Die wagen, die ander verkeer, door even stil te staan op een kruising, dwingt tot respect voor mijn vader, die nu vervoerd wordt.
Er wordt gewacht. Met of zonder geduld.
Bij aankomst verbinden familie en anderen zich weer.

Twee generaties mannen begeleiden de kist met mijn vader naar zijn laatste rustplaats. Ik vind het mooi om zo onze vader als zonen en kleinzonen te dragen. Als vaders van onze kinderen en kleinkinderen nemen we zijn plek over als dragers van de familie.

De kist zetten we op de kettingen. Het voelt raar. Hier zal mijn vaders lichaam verder verblijven. Dat is definitief, besef ik. We staan dan bij het graf. We steunen met liefde onze lieve moeder, die haar innig geliefde ook moet loslaten. En dat na bijna 70 jaar met elkaar te zijn om gegaan.
70 jaar! Onwerkelijk lang! Na wat laatste woorden en een gezamenlijke bidden van het ‘Onze Vader’ volgt het afdalen van de kist. Die gaat diep in de grond. Nog een laatste eerbiedige blik in het graf volgt. Iedereen kijkt even naar beneden. Zij en wij. En dan lopen we ervan weg. Weg van mijn vader. We stappen in de toekomst zonder hem.

Daarna komen de verhalen. Verhalen over vaders’ leven. Verhalen over zijn omgang met ons, verhalen over zijn denkbeelden, zijn oorsprong, zijn rollen en hoe hij die invulling gaf. Onze ervaringen met vader. We vertellen het respectvol. Maar merken ook het verschil van hoe we ervaringen hebben beleefd. Ieders verhaal telt. Het verbindt.

Mijn vader is er niet fysiek meer. Dat betekent een grote verandering. Een overschakeling naar een nieuwe werkelijkheid. Mijn hele leven was hij een begrip. Van extreem grote betekenis. Bedenk: zonder hem was ik er nooit geweest en mijn kinderen en kleinkind ook niet. We leven op de schouders van onze ouders. Mijn vaders’ zienswijze heeft ook mijn leven beïnvloedt. En zo vergaat het alle mensenkinderen. We moeten allemaal onze eigen keuzes maken.
Recht en onrecht. Logisch en onlogisch. Ook die gedachten komen terug bij afscheid nemen. De emoties, die het oproept horen daar bij. Mogen denken en voelen wat je denkt. Zonder oordeel. Voor mij is de context belangrijk. Leven in vrijheid en verbondenheid vraagt voor mij om het begrijpen welke sociale- en andere omstandigheden gedachten en gedrag van mijn vader hebben beïnvloedt. Hoe groeide hij op. En hoe werkte dat uit in zijn keuzes.

Ik sluit af met de herinnering hoe hij aan tafel met ons bad. Zijn kinderen en kleinkinderen herinneren zich dat maar al te goed. Het is een dierbare herinnering:

O Vader, die al ’t leven voedt,
Kroon onze tafel met Uw zegen;
En spijs en drenk ons met dit goed,
Van Uwe milde hand verkregen!
Leer ons voor overdaad ons wachten;
Dat w’ ons gedragen als ’t behoort;
Doe ons het hemelse betrachten;
Sterk onze zielen door Uw Woord.