Categorie archief: Psychologie

HSP wetenschap en praktijk

Vandaag heb ik een studiedag over dit thema bezocht in Veenendaal. Ik ben wat te laat en de eerste spreekster is al aan het woord. Ze geeft een algemene inleiding over wat HSP is met de link naar de ggz. Naar voren komt dat 15-20% van de bevolking HSP is. Ook recent onderzoeklijkt dit al jaren bestaande idee te bevestigen. Bij cliënten in de ggz met somberheid en depressie wordt het als nuttig gezien om naar eigenschappen van HSP onderzoek te doen. Het is bij mij inmiddels al aardig ingeburgerd om hier oog voor te hebben.

Er wordt op diverse universiteiten in Nederland onderzoek gedaan naar HSP. Er is nog veel wetenschappelijk onderzoek nodig om ideeën over HSP te bewijzen. Zo vertelt een Rotterdamse promovenda over de verschillende ideeën over welke opvoedingsgedragingen sommige kinderen gevoeliger zijn: negatieve opvoeding, positieve opvoeding of beide. Zij hebben de hypothese getoetst of het mogelijk is dat het om verschillende groepen gaat. De conclusie klopt. Concluderend geven de resultaten weer dat er grote individuele verschillen zijn in hoe adolescenten reageren op het gedrag van hun ouders. Praktisch ben ik niet wijzer geworden door deze presentatie. Gevoeligheid is wel een item.

In een paneldiscussie worden verschillende stellingen en vragen vanuit de zaal beantwoord. Lastig is dat HSP nog maar weinig erkenning heeft. Het is er, maar iets erover zeggen lijkt toch vooral over praktische ervaringen te gaan. Het generaliseren is nog niet mogelijk. Tegelijkertijd is dat ook iets moois. Ieder mens is immers uniek! En de manier van omgaan met HSP is dan ook heel persoonlijk de eigen gebruiksaanwijzing ervaren en uitvinden.

In het middagprogramma wordt uiteen gezet hoe vanuit een zorgverzekeraar de bedrijfszorg wordt ondersteund. Gelukkig wordt ook daarin aandacht gevraagd voor mensen, die HSP zijn. Hun wensen en noden worden binnen bedrijven vaak weggewuifd als overbodige luxe en aanstellerij. Door vanuit zo’n verzekeringsbedrijf hier aandacht aan te besteden, is er de hoop dat bedrijven meer gaan doen voor hun HSP medewerkers. De HSP zullen zelf mogelijk ook meer uitleg moeten geven hoe het bij hen werkt.

Een ervaringsdeskundige vertelt hoe ze heeft geleerd om te gaan met haar energie. Ze was volledig vastgelopen en heeft flink wat hersteltijd nodig gehad mrt therapie. Haar verhaal toont gelijk ook de aspecten en de kracht van HSP. Fijngevoeligheid, creativiteit, oog voor details, overprikkeld kunnen raken door externe prikkels, emotioneel gevoelig zijn voor de sfeer, die anderen onbewust meebrengen. Mooi is het hoe ze van zwakheid naar kracht is gegaan door nu te weten wanneer iets teveel is en dat ze door voldoende me-time zichzelf weer kan herpakken. Haar creativiteit en inlevingsvermogen helpt haar om unieke zorg-ideeën te lanceren, die als verrijking worden ervaren.

Bij de Universiteit van Leiden is een nieuwe vragenlijst uitgedacht om de gevoeligheid van mensen te omschrijven. Was de eerste HSP vragenlijst eigenlijk vooral een lijst over de kwetsbare gevoeligheden. De nieuwe vragenlijst, de Processing Sensitivity Questionnaire (SPSQ), heeft als doel een breder spectrum aan (positieve) dimensies van hoogsensitiviteit te bevragen. Uiteindelijk zijn er nu 43 items verdeeld over zes subschalen. Twee van deze subschalen hebben betrekking op de meer negatieve aspecten van sensorische prikkelgevoeligheid (emotionele en fysiologische reactiviteit en zintuiglijk onbehagen); vier subschalen brengen de positieve aspecten van prikkelgevoeligheid in kaart (sociaal-affectieve gevoeligheid, esthetische gevoeligheid, zintuiglijke gevoeligheid voor subtiele interne en externe prikkels en zintuiglijk welbevinden). Met een te ontwikkelen app hoopt men deze lijst gemakkelijk toegankelijk te maken.

Voor mij is de conclusie dat HSP nog altijd weinig wetenschappelijk onderzocht is. Veel extra feitenkennis doe ik niet op. HSP begeleiden zie ik als een vorm van parelduiken en goed kunnen zwemmen; een uitdaging om daarbij in evenwicht te blijven.

Het hoogsensitieve brein

In dit boek wordt uitleg gegeven hoe het hoogsensitieve brein functioneert. De eigenschappen van hoogsensitieve personen zijn natuurlijk.  Het is te beschouwen als een gave, maar het heeft ook wel pijnlijke kanten. De Amerikaanse psychologe Elaine Aron introduceerde eind jaren negentig de naam ‘hoogsensitiviteit’. Een belangrijk moment.

Hoe komt het dat hoogsensitieve personen informatie zo anders opmerken, verwerken en intenser reageren? Waarom ervaren ze vaak stress en sociale afwijzing? In dit boek presenteert ze de wetenschappelijke inzichten over de werking van het ‘hoogsensitieve brein’, dat op veel vlakken aantoonbaar verschillend functioneert van dat van niet-hoogsensitieve mensen.

Esther beschrijft in het boek de kenmerken niet alleen breintechnisch, maar maakt het ook inzichtelijk op een andere manier, door ook persoonlijke ervaringen erin te verwerken. Hoogsensitief zijn betekent veel opmerken, het diep beleven en verwerken. Dat is kwetsbaar, maar dus ook een prachtig talent.

Ongekende gevoelens

In dit boek van Jonice Webb leer je de emotionele bagage vanuit je relatie met je ouders (en hun relatie met hun ouders) te herkennen en het patroon van ongekende emoties te doorbreken.
Het gaat er vaak niet om wat ouders wél hebben gedaan, maar meer om wat ze niet hebben gedaan. Hoe liefdevol ouders ook zijn, hun liefde sluit lang niet altijd aan op de behoeften van het kind. En wanneer er in je kindertijd weinig aandacht was voor jouw gevoelens, dan kun je daar in je latere leven behoorlijk mee worstelen. Of als je emoties er niet mochten zijn, heb je diep van binnen geleerd dat jij er ook niet mag zijn. Dit wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven. Dit gemis gaan herkennen geeft je begrip waarom je in je volwassen leven vast kunt lopen op bepaalde levensthema’s.

Het eerste deel is vooral een beschrijving van de omgang tussen ouders en kinderen en wat de (onbedoelde) gevolgen zijn. Er komt een beeld van wie en hoe je bent. Maar er is ook aandacht voor hoe je succesvol kunt veranderen. Dit boek laat zien hoe je goed voor jezelf kunt zorgen en het patroon van ongekende emoties doorbreekt.

Veranderingen kunnen aanvankelijk beangstigend zijn. De uitdaging aangaan, geeft ook een periode van ongemak vanwege het onbekende. Blijven bij het oude, is vaak veel aantrekkelijker, maar doet aan jezelf tekort. Ga je er mee aan de slag, dan kom je in een nieuw perspectief en groei je verder. Je gaat jezelf steeds meer authentiek voelen en waarderen. Je raakt meer verbonden met anderen. En dat voelt fijn.

Gevoelens doen ertoe. De slimste mensen gebruiken hun emoties om hen te helpen bij het denken. Hun gedachten zetten ze in om de emoties te beheersen. Het gaat erom dat je emotie op een gezonde, evenwichtige manier gebruikt.

Elke emotie heeft een doel. Velen hebben geleerd om emoties weg te drukken of zich ervoor te schamen. Emoties zijn er ook om je meer te laten genieten. Emoties voeden ook de menselijke verbindingen die het leven diepte en glans geven, waardoor het leven de moeite waard is. Emotionele verbindingen met anderen helpen ons gevoelens van leegte en existentiële angst af te weren.

Een eerste stap in veranderen, is het uitspreken van je emotie.  Breng dat wat binnen zit naar buiten. Het is iets wat je kunt leren. Emoties zijn niet goed of slecht. Gevoelens zijn niet altijd rationeel, maar er is altijd een goede reden voor.  Het wil iets vertellen. Ookal zijn emoties krachtig. We kunnen ze beheersen.

Het boek geeft niet alleen een verfijnde analyse van theorie en praktijk, maar ook de weg naar de oplossing. Niet in drie stappen, maar als je herstelproces.

Moederziel

In Moederziel beschrijft Sophie Zeestraten hoe haar leven op de kop ging nadat haar moeder -toen ze vijf jaar was- is weggegaan om niet meer terug te keren. Ze blijft bij haar vader en broer en leert overleven terwijl ze emotioneel totaal verwaarloosd wordt.

In het boekje “De herontdekking van het ware zelf” herkent ze wat haar is overkomen en haar eigen daarop aangepaste overlevingsstrategieën. Die strategieën had ze als kind nodig om met de moeilijke omstandigheden om te kunnen gaan. In haar volwassenheid blokkeren deze strategieën haar om voluit te leven. Dat begrijpend, neemt ze het besluit om haar verleden onder ogen te komen.

Ze probeert om haar leven objectief in beeld te brengen. Ze stelt veel vragen aan de volwassenen in haar kinderjaren over hoe het toen ging en waarom het zo ging. Eerst de veilige mensen, waar ze fijne herinneringen aan heeft, maar ook haar vader. En wanneer ze in contact komt met haar moeder, vraagt ze beide ouders om hun beeld van wat er waarom gebeurd is, opnieuw te beschrijven. De herinneringen worden weer opgerakeld, krijgen kleur en worden levendig. Zo ook de pijn, de eenzaamheid van de verwaarlozing en haar onzekerheid door alles in het leven zelf te moeten ontdekken. Ze ervaart daarop intens haar emoties van boosheid, woede en verdriet. Door hier niet voor weg te lopen, maar ook door haar angsten voor afwijzing aan te gaan, stelt ze alle vragen die ze heeft. Zo vallen de puzzelstukjes op zijn plek en kan ze de feiten aanvaarden en komt er – voor zover het aan haar ligt – herstel van haar relatie met moeder en vader.

Het is een indringende geschiedenis. Door zelf door de pijn te gaan, komt er verandering in haar leven, komt er uiteindelijk een positief perspectief en leert ze omgaan met de altijd vermeden onaangename emoties.

Tijd van onschuld

Dit is een autobiografie met daarin een beklemmend thema. Het afstaan van een kind bij de geboorte…

Agnes groeit op in een traditioneel Rooms Katholiek gezin, waar de pastoor grote invloed heeft. Ze hoort bij de babyboomers en maakt de sociale revolutie van de flowerpower mee, de start van de ontkerkelijking, het losmaken van de vanzelfsprekendheden en overtuigingen van die tijd. De angst voor de verdoemenis, die de mensen aanstuurde in hun gedrag vergaat bij de jongeren. Maar Agnes is geen voorloper, meer een volger als 4 de dochter.

In haar tienertijd komen er vriendjes. En een ervan maakt haar zwanger. Het besef om nee te zeggen tegen zijn avances ontbrak. Ze had geleerd volgzaam te zijn. Er werden thuis nooit vragen gesteld. Op haar 15de is ze zwanger. Ze weet dat tot haar 8ste maand voor haar ouders geheim te houden. De gezinscultuur is gebaseerd op mannelijke eer en schaamte en vooral om geklets te voorkomen.

Onder een valse naam bevalt ze in het ziekenhuis. Thuis is er geen plaats voor haar dochter. Ze staat het af. Ze is nog een kind. Maar ze blijft wel de moeder. Het is een geheim dat ze blijft meedragen tot na jaren de tijd begint te rijpen om erover te praten. Het is een proces met allerlei sociale en psychologische aspecten. Mag ze haar dochter wel belasten met haar zijn? Heel langzaam ontstaat de wens tot contact. Zo gaat ze na 30 jaar naar de FIOM om te kijken of er contact gelegd kan worden met haar dochter. Dat contact komt. Het is een multidimensionaal en emotioneel verhaal. Mooi, beklemmend, verbindend en vol vragen. Ik lees het in één ruk uit. Het boeit me.

Het is een mooi boek geworden. Ik denk dat het goed doet aan ouders en kinderen, die in dezelfde situatie zitten.