Op de een of andere manier ervaar ik deze winter als zwaar: de donkere dagen, de koude, het gebrek aan kleur. Geregeld werkt het ook in op mijn stemming. Niet dat ik mij depressief voel, maar het kost me gewoon meer moeite om zin te maken… Op de ‘meest sombere plek’ van de stad, tussen de grafstenen, werd er een glimlach bij mij ontlokt. Ik zag deze heel kleine narcissen. Bij mijn weten had ik ze nooit eerder gezien. Hoepelrok-narcissen!
Ineens kwam het begin van het liedje van Elly en Rikkert in mijn gedachten: Weet je dat de lente komt. Weet je dat de lente komt, lente komt, lente komt. Weet je dat de lente komt, alles loopt weer uit. De eerste zonnestralen, ze tintelen op je huid. De eerste bloemen bloeien, de eerste vogel fluit. Weet je dat de lente komt, lente komt, lente komt. Weet je dat de lente komt, alles loopt weer uit.
Alles verloopt circulair. Wat er was, komt weer terug. Anders, maar toch hetzelfde. Ik zie uit naar de lente met de vreugde, de frisheid, het ontluikende van planten en mensen.
Ter afsluiting van mijn militaire diensttijd kreeg ik van mijn collega’s een prachtig boek aangeboden, ‘Gids geneeskrachtige kruiden’, een uitgave van Readers Digest. Toen recent op De Peerdegaerdt de workshop kruidengeneeskunde werd aangeboden, werd het bezit van dat boek in herinnering gebracht en heb ik het weer ingekeken.
Het is alweer een tijd geleden dat ik Landgoed De Peerdegaerdt bezocht. Ik heb daar een mooie herinnering aan. Dus daar weer eens heen gaan, is een aangenaam vooruitzicht. Net na de ingang staat een los houten huis. De deur staat open. Binnen staat een lange tafel waar we aan kunnen schuiven. Midden op de tafel in lengte staan potten met diverse kruidentheemelanges en potten met gedroogde kruiden klaar. Alles ziet er heel verzorgd uit.
We genieten in de workshop ook van soep met een krachtige smaak. Het is zelf gemaakt van ‘onkruid’: brandnetels, óók een kruid met een geneeskrachtige werking.
Lissette Kreischer laat ons vooraf weten: “Natuurvolken weten het al vele eeuwen: de kruiden onder onze tenen en boven ons hoofd zijn krachtige medicijnen. Velen zijn dat alleen een beetje vergeten. Maar het mooie is dat die medicijnen overal voor het oprapen liggen.” “De natuur is krachtig en begeleidt ons door het leven met al haar mooie lessen. Wat nu als je elk seizoen naar de wetten van die wonderlijke natuur zou luisteren? Het is niet moeilijk; tekens en uitnodigingen zijn overal. Zijn ze je bijvoorbeeld weleens opgevallen, die crèmekleurige vlierbloesems die ontluiken in de lente en die diep paarsrode, bijna zwarte vlierbessen die schitteren in de nazomer? Die bloesems en bessen hebben onder andere een weerstandsverhogende en bloedzuiverende werking. Komt dat even handig uit in een tijd dat ook griepachtige verschijnselen de kop opsteken. Een slimme actie dus van Moeder Aarde, om precies dat in de natuur ten tonele te laten verschijnen wat wij en andere diersoorten op dat moment het hardst nodig hebben. Heb je de schatten eenmaal gevonden, dan zul je zien dat het jachtige leven verandert in een schitterend kruidig avontuur. “
Gepassioneerd vertelt Lisette hoe zij herboriste is geworden en hoe ze vanuit een betonnen wereld de groene wereld heeft leren ontdekken. Ze is er door gefascineerd geraakt. Diep onder de indruk hoe alles met elkaar samenhangt. De natuur is een samenhangend geheel. De mens, de dieren en planten hebben allemaal een eigen rol. Alleen het intuïtieve is bij ons mensen grotendeels weggeëbt. Deze tijd van crises nodigt uit om weer bewust te leven met respect en aandacht voor alles wat leeft. De wondere wereld van de natuur is daarvoor heel uitnodigend. Bijna altijd is er een natuurlijk herstel.
De natuur laat zich kennen door ervaring. Is dat niet net zo als de omgang met mens en dier? In het westen zijn we steeds meer beïnvloedt geraakt door boeken, door abstracte kennis. Wat niet beschreven is, wordt niet meer gekend. Die natuurlijke kennis wordt verdacht, is alternatief geworden. We zijn in de loop der tijd veel kwijt geraakt, zo wordt wel duidelijk.
Lisette heeft daarom een holistische benadering. Naar mijn idee een vorm van Hebreeuws denken. Ze citeert Dr. Peter Theiss: ‘In de holistische therapie benadert men de plant als een complexe compositie, bestaande uit werkzame en begeleidende stoffen waarbij het geheel meer is dan de som van zijn bestanddelen. Enkel focussen op bestanddelen wordt vanuit deze therapie gezien als een beperking van mogelijkheden, een waardevermindering van de beschikbare potenties.’
Ze heeft zelf flink wat ervaring opgedaan met de geneeskrachtige werking van kruiden, met zowel mensen als met dieren. Er zijn echter zoveel planten. Daarom heeft ze een selectie gemaakt van planten waar ze veel mee werkt. Ze staan in potten op de tafel. Lisette legt uit wat de kruiden doen in het menselijk lichaam. We ruiken de kruiden, maar gaan ook de planten opzoeken in het veld en de moestuin. Daar proeven we ze. Bitter, slijmerig, zacht, zoet, allerlei typeringen zijn ervoor. Het herkennen van de planten is natuurlijk belangrijk. Klein beginnen is het devies.
Er worden naast theemelanges ook tincturen gepresenteerd. En we brouwen onze eigen tinctuur. Het is tenslotte ook een workshop.
Bij afscheid nemen komt naar voren wie iemand is geweest. Opnieuw zijn we bij een uitvaart geweest. Opnieuw is er een negentiger die van ons is weggegaan. Ze is haar leven lang zoekend geweest. Ze heeft naar liefde gezocht en die zelf ook volop gegeven. Ze zal daarom enorm worden gemist.
Een gedicht wordt door haar dochter voorgelezen. Een indringend gedicht.
Daarachter schreef ze zelf (= God).
God is liefde. Liefde geeft vrijheid. Is liefde God?
Zo onderweg komen we geregeld velden met witte klavertjes tegen.
In het logo van mijn praktijk staat ook een klavertje. Dat is niet zomaar: het klavertje is een symbool. In de tijd dat digitale camera’s net waren ontwikkeld, fotografeerde ik tijdens wandelingen van alles en nog wat. Zo fotografeerde ik ook bloemetjes en plantjes langs de kant van de weg. Een van die plantjes was een klavertje. Pas toen ik de foto op de computer bekeek en erop inzoomde, werd ik zeer verrast door de schoonheid van dit simpele bloemetje. Het raakte me. Ineens zag ik een vergelijking met de cliënten waarmee ik werk: een klaver is namelijk een plantje dat nauwelijks, en soms helemaal niet, wordt opgemerkt. Als je, zoals ik, zonder na te denken door het gras loopt, heb je voor je het weet een paar klavertjes vertrapt. Maar heb je de bloem van het klavertje wel eens goed bekeken? Die is eigenlijk heel mooi, zeker als je het uitvergroot bekijkt.
Mensen lijken in een bepaald opzicht wel wat op klavertjes Mensen lijken in een bepaald opzicht wel wat op klavertjes. Je kunt ze ook gemakkelijk over het hoofd zien en daarmee voorbij gaan aan hun unieke waarde. Ieder mens, jij ook, is het waard om gezien te worden, om tijd en moeite in te investeren! Wanneer je oprechte aandacht aan iemand besteedt, zie je iemands kwaliteiten, verborgen (niet uitgesproken) verlangens en iemands kwetsbaarheid.
Ik had nooit gedacht een fietshelm te gaan dragen. Maar na berichtgeving dat mensen vanaf hun 55e slechter worden in hun balans, ben ik toch om.
Vandaag heb ik een flinke fietstocht met de fietshelm op gereden. Al een tijd gebruikte ik een petje. En ik stel vast dat een helm minder leuk staat, mijn haar daarna een bizarre vorm krijgt, maar wel meer voor afkoeling zorgt. En dat vind ik prettig.
Even een rondje gewandeld. Prachtige avond. Sfeervol zonlicht. En dan bijna op het einde zie ik een groep met Margrieten staan. Sommige half open. Ik moet een rare houding aannemen om ze te fotograferen. Het resultaat vind ik prachtig. Wat een mooie wit met gele bloemen zijn het! Wit en geel. Mijn favoriete kleurcombinatie!
We kennen het paadje al 30+ jaren. Een olifanten paadje. We hebben in al die jaren er nog nooit iemand van gebruik zien maken en toch is het pad zo uitgesleten. Van de week zag ik het weer en nu zo nadrukkelijk met de grassen en het fluitenkruid tot op kniehoogte. Het paadje is dan nog smaller. Overdag maakte ik er een foto van en ’s avonds laat liep ik er over heen. Het voelde daarom een beetje als stiekem, maar het gaf me een kinderlijk plezier.
Je moet er maar interesse in hebben om zoveel mogelijk varianten te ontdekken. Dat is aan mij niet besteed. Maar als bloem is de paardenbloem fleurig. In weilanden springt ze eruit. Jubelend! En ze zijn van groot belang voor de insecten en daarmee voor de vogels. Elke creatuur heeft een betekenis. Soms komt men er pas heel laat achter.
De paardenbloem wordt eenzijdig als onkruid behandeld. Ik denk dat onkruid beter te omschrijven is als ongewenst gewas op de plek van je keuze.
Paardenbloemen zijn mooi, kijk maar eens naar die gedetailleerde zadenbollen. Verfijnd! Maar we willen ze niet in de tuin!
Dachten we vroeger ervoor naar Lisse en omgeving te moeten om ze te zien. Vandaag werd zichtbaar dat op Flakkee ook flink wat velden met kleurige bloemen te zien zijn. Wat een feestje om die kleurenpracht te aanschouwen!
We begonnen onze fietstocht in Den Bommel. Langs de bloembollenvelden daar reden we naar Achthuizen en via Zuidzijde trappen we naar de omgeving van Nieuwe Tonge en Middelharnis.
Na een poosje gewacht te hebben bij een sluis hebben we een eind over de hoge dijk langs het Haringvliet gereden. Na Stad aan ’t Haringvliet waren we even later weer terug in Den Bommel.
Het is een prachtige dag. Fietsen zonder jas in de wind is goed te doen. Heerlijk!
Nee, dit is niet mijn werk. Maar het wordt wel vooral voor mij gedaan. 🥰👌Gehaakte kastrandjes. En nu zijn ze zeer zorgvuldig vastgezet met kopspelden, gedrild om glad te zijn en niet meer op te krullen. Een vleugje nostalgie. I love it!
Met een beetje druk om het boek, een roman, nu snel uit te lezen, hervatte ik het. Het moest wat mij betreft echt vandaag uit. Gelukkig wisselden zon en regen elkaar af. Dat werkt dan mee. Dan is het voor mij echt leesweer. Een derde deel had ik al gehad. Steeds een paar hoofdstukken, waardoor ik er eigenlijk niet echt in kwam. Vandaag echter de duik erin. Wat fijn ook om dat doen. Het verhaal raakt me. Het maakt nieuwsgierig. Ik raak geboeid en ben prettig gestresst.
Deze roman gaat over Stephan, een briljante student, maar met weinig geluk in zijn leven. Hij krijgt een student een studentenbaantje bij Nathan. Dat is negentig jaar oude schrijver met een oeuvreprijs in het verschiet. Stephan ontdekt een merkwaardig gat in Nathans werk: tussen 1947 en 1949 blijkt hij niets te hebben geschreven. Als hij daar naar vraagt, wordt Stephan tot zijn verbazing op staande voet ontslagen. Stephan laat het er niet bij zitten en begint een uitgebreid onderzoek en ontdekt bijzondere feiten. Vanaf 1947 verbleef er een groep van 500 Roemeense weeskinderen een jaar lang in Nederland. Die ontdekking brengt hem op het spoor van een veel groter verhaal dan hij ooit had durven vermoeden. Wanneer Stephan naar Israël vertrekt en op zoek gaat naar de waarheid, vecht hij, met slechts zijn pen als wapen, een strijd die hem voert langs verdriet, verraad, gerechtigheid en een geheime dienst die hem voortdurend in de gaten houdt.
Het is geen thriller, maar wel een verhaal dat raakt.Dat doen weinig boeken met mij. En toen ik erover nadacht ontdekte ik dat romans die mij raken vrijwel altijd gaan over recht doen, gezien worden, verbinden, de liefde handen en voeten geven. Heel vaak zijn het boeken met een joodse geur. Nathan’s erfenis heb ik nu uit. Ik kan het je aanraden ook te lezen.
Het is net maart. Rondom zijn de nog grauwe velden. Grasvelden geven nog wat kleur. En dan lopen we langs een reeks struiken. Een heel verfijnd bloempje vraagt mijn aandacht, de sleedoorn. Ik ben vol ontzag voor dit moois. En die bloemen zijn een mooie belofte voor nog meer moois. Laat die lente maar komen!!
Na een wandeling in de Carnisser grienden zien we de tram staan. De tram staat klaar aan het einde van de brug. Weer eens met de tram meegaan lijkt me fantastisch. En zo rijden we geheel ongepland van Barendrecht (-Carnisselanden) tot het Wilhelminaplein bij de Erasmusbrug in Rotterdam
Het rijden met de tram is echt een belevenis. Eenmaal over de A15 komen we in Rotterdam aan. Allerlei straatnamen, zoals de Dordtse Straatweg roepen herinneren op. Hoe verder we rijden, hoe meer herkenning er komt, bv bij het Breeplein. Dat vind ik gaaf. We stappen uit bij de Erasmusbrug.
Bij de Erasmusbrug is van alles te zien. Op het moment dat we aankomen zien we de brug open gaan. Maar ook aan de andere kant is er een trekpleister. Bij de cruiseterminal ligt namelijk een mega groot schip.
Het enorme schip is de AIDA Costa. Het is gloednieuw, met bouwjaar 2021. Het heeft een lengte van 337 meter en een breedte van 42 meter. Het heeft wel 17 dekken! Op het schip is plaats voor 5.228 passagiers en 1551 crewleden.
En aan de overkant van de rivier bij de Parkkade ligt de Global Mercy. Ook al zo’n trekpleister!!
Met heerlijk zonnig weer met de tram mee. Tussen de ritten een prachtig uitzicht op de Erasmusbrug, de Global Mercy en het cruiseschip. Dat betekent een erg leuke middagje uit!
In mijn kinderjaren fietste ik weleens door de fietstunnel van de Maastunnel. Voor mij was het een hele belevenis.
Vooral met de fiets de zeer steile roltrap opgaan naar beneden. Het stuur dwars. Het gewicht wel voelend. Best spannend. De roltrap beweegt en schudt. De gedachte alleen al dat je met fiets en al naar beneden zou kletteren!
De Maastunnel is wel bijzonder. Het is de eerste verkeerstunnel van Nederland en die in alle stilte in 1942 werd geopend. Vandaag ben ik even op en neer geweest met de roltrap. Ik wilde het weer even zien. De roltrap is prachtig. Het is klassiek, gemaakt met houten treden.
Wanneer we Grou binnenrijden zien we op verschillende plekken grote rode blokken met een geel strik erom: cadeaus! We zien ook een soort van Sinterklaas. Was is dat? Het is niet Sinterklaas, maar het blijkt zijn broer te zijn, Sint Piter. Het betreft een jaarlijks feest in februari gevierd wordt in alleen Grou.
Onze host heeft op tafel een St Pyterkoek klaar gelegd. Dat hoort erbij in deze week. Het smaakt heerlijk. Het deed me denken aan Basler Lecherli een Zwitsers koekje.
Sint Piter draagt een witte mantel en rijdt op een zwart Fries paard. Was er vroeger een zwarte knecht bij, maar sinds 2021 wordt Sint Piter vergezeld door zijn maat Aldemar. Mooi hoe ze verhaal aanpassen aan wat maatschappelijk ruimte geeft voor iedereen.
Aldemar is een natuurmens en woont met zijn ouders in een boomhut in Nationaalpark de Alde Feanen bij Grou. Hij draagt een halfhoge hoed met een lasbril. Op zijn rug draagt hij een korf met daarin pipernuten, cadeautjes en zijn iPad.
Komende week gaan de bewoners van Grou weer naar de kade om hem uit te zwaaien! Wij zullen hem niet zien, maar hebben wel even mee genoten!
Wil je er iets van meepikken? Kijk dan hier naar de reportage van de intocht in het onvervalste Fries.
Dat lijkt me wel wat om met zo’n bootje post te gaan bezorgen op plekken die voor auto’s en fietsen onbereikbaar zijn. Ik zit al te genieten bij alleen al het idee!
Vlak naast het winkelcentrum ligt die mooie vijver met een grote fontein. Er staan twee bankjes in van het uitzicht te genieten. Daar zie ik eigenlijk nooit iemand op zitten. Vandaag liep er even daar naartoe. Ik moest wel lachen om wat ik zag. Hier ga je als mens niet uitrusten. Dat doen de vogels wel. Het wemelt er vaak van de meeuwen en andere watervogels. De vogels, die op bank gaan zitten, lijken niet naar de vijver te kijken…
Vanuit ons B&B in Woold hebben we gewandeld over een ‘klompenpad’. Wij deden het zonder klompen. Het terrein was soms nat, zompig en drassig. Daarop zijn we voorbereid. We hebben waterdichte bergschoenen aan. Dus het is geen probleem. De afstand van ongeveer 8 km is goed te doen.
We lopen langs de Duitse grens. Die grens is natuurlijk niet zichtbaar in het landschap. Het is slechts een afspraak door mensen gemaakt. Toch blijft het iets magisch hebben. Vroeger, bij het ijzeren gordijn zagen we uitzichttorens ter bewaking van die grens.
Op verschillende plekken onderweg zien we hoe mensen creatief zijn geweest met de natuur. Heel mooi. Misschien wel het meest zichtbaar in de winter?
Er zijn tal van manieren om wandelroutes te lopen. Wij zijn gelukkig omdat er steeds bordjes zijn. Dan kun je de aandacht richten op wat je ziet.
Al was er geen zon en veel wind. Het was niet koud. Sterker nog. Ik heb mijn trui tussentijds uitgedaan. We zijn lekker uitgewaaid en we hebben elkaar uitgebreid gesproken. Dat is genieten van elkaar. Wat een heerlijke wandeling!
Het is een soort van graffiti… een manier om jezelf te uiten. Dat maakt meestal de boel echt lelijk. Hier echter, vlakbij de Hellingen in Dordrecht, waar ik even moet wachten hebben ze twee muren met graffiti opgeknapt. Best creatief!
Het komt eigenlijk nooit voor dat we erop uit gaan om een museum te bezoeken. Vandaag wel. We gaan kunst bekijken. Het begint in de ochtend al thuis bij het zien deze icoon aan de muur boven onze eettafel.
In Utrecht bezoeken we de Domkerk en vervolgens het Catharijneconvent, een museum voor religieuze kunst. Dit vanwege een tentoonstelling over Maria Magdalena. Met een audiotour krijgen we bij veel schilderijen een uitleg over de achtergronden van de kunstuitingen. We hebben geen foto’s gemaakt van deze tentoonstelling, maar dit schilderij dat we onderweg naar de tentoonstelling zien, fotografeer ik wel. Het spreekt me wel aan: een huiskerkdienst in de Achterhoek… 😉
Wanneer we weer buiten komen is het donker en dan is Utrecht ook een gezellige stad. We genieten na.
Na jaren heb ik weer een keer de bergschoenen aangetrokken. Terwijl we een wandeling maakte ging er wat mis… De schoenzool ging los. Eerst een klein rondje aan de voorkant, maar al snel werd het iets meer , totdat de zool aan de voorkant van de schoen geheel losliet.
Binnen 10 minuten gebeurde het ook aan achterzijde. Daar sta je dan midden in de natuur, ver weg van gereedschap en materiaal. Wat te doen?
Het enige wat we bij ons hadden was een gebruikt mondkapje. Die hebben we in eerste instantie als geheel gebruikt. Totdat het sneuvelde. Toen hebben we het mondkapje uit elkaar gehaald. De touwtjes konden goed vastgeknoopt aan de veter, een prima ondersteuning bieden voor ruim meer dan de helft van de tocht.
In het dorp de dag erop naar een nieuw exemplaar gekeken, want repareren was geen optie. Alle rubber was ver uitgedroogd. En wandelen willen we dagelijks. Bij de winkel bleek dat niet alleen de mijne aan vervanging toe waren. Ook de schoenen van Karin bleken aan vervanging toe. De verkoper gaf twee dagen voordat ook die zolen zouden loslaten.
Nu lopen we er weer goed bij. Twee heel tevreden klanten heeft de winkelier erbij gekregen.
De Wegenwacht heeft altijd tot mijn verbeelding gesproken. Die lui zijn een soort van autodokters die 24 uur bereikbaar zijn.
Diverse keren heb ik ze nodig gehad en telkens wat het bevredigd. Ze zijn van alle markten thuis en vindingrijk. Dat vind ik fascinerend.
Bij een tentoonstelling “75 jaar Wegenwacht” werden alle modellen van de gebruikte wagens, motoren en andere voertuigen getoond.
Deze lelijke eend speelt natuurlijk tot de verbeelding.
Maar ook met de Citroën Ami 8 en de Renault 4 heeft de Wegenwacht gewerkt. Later kwamen Volkswagens in zwang; met de Golf, de Touran en de Transporter. En het vernieuwen gaan nog steeds door.
Ook met motoren met zijspan werd gereden.
En nu komen ze zelfs op de fiets in binnensteden en vrijwel altijd kunnen ze met hun bagage/gereedschappen alles technisch regelen.
De Wegenwacht heb ik hoog staan. Onderweg hen zien geeft me het vertrouwde gevoel van vroeger. Een betrouwbare club.
Een bezoek aan het Louwman Museum in Den Haag was leuk. Het biedt een beeld van de geschiedenis van de auto. Wat is er veel bedacht en uitontwikkeld. Schitterend.
De alleroudste, niet gerenoveerde exemplaren staan er. Het zijn wagens, die eerst meer op een koets lijken. Latere exemplaren worden steeds meer gemotoriseerd en langzaam krijgen de auto’s het model van de massaproductie.
De eerste auto’s waren vooral erg groot. Megagroot zou ik zeggen. Het was ook alleen maar betaalbaar voor een grote portemonnee.
Net als de huizen van toen waren er bij de auto’s veel mooi gemaakte details.
Later werd er meer geëxperimenteerd wat bijzondere vormen opleverden.
Het Koninlijk Huis had ooit deze bolide, een Ferrari.
Ik zie het nog voor mij. Mezelf als jochie van de lagere school. Liggend op de grond speelde ik het liefst met auto’s. Met de miniatuur auto’s van Dinky Toys was het bijna echt. Maar ook met een dessertlepel was ik zoet.
De bus die langs reed, de deuren sissend open deed. Dan weer optrok, schakelde en nog eens schakelde met bijhorend motorgeluid. Ik deed het allemaal na aan tafel. Ik was natuurlijk de chauffeur.
Met de autotechniek en een technische gegevens hield ik me niet bezig. Dat was niet mijn wereld. De auto was om te rijden en wist wel wat ik mooi vond en niet.
In het museum stonden mooi en lelijk naast elkaar en konden sommige auto’s naast rijden ook varen, zoals dit exemplaar.
We konden ons bezoek afsluiten in het meer dan sfeervolle restaurant dat meer een stadsplein in de avond leek. Wat een leuk museum!!
Fietsen over de dijken geeft ook op het eiland van Dordrecht een rustieke sfeer. Zeker met de zon en alles nog groen. Deze tractoren maken er een kunst van om de pakketten stro snel te pakken en te stapelen.
Dat observeren, vind ik leuk in landelijke gebied.
Elke dag begin ik met een bord vol vers fruit. Dat is met wat zaden en een mix van noten met een scheutje yoghurt een bijzonder goede start van de dag. En dan ook nog te bedenken dat het negenennegentig van de honderd keren voor mij klaar staat!!! Dat is elke dag als een cadeautje en maakt me blij.
Onderweg naar werk zag ik vanmorgen deze bakfiets staan. Wat een leuk ding. Niks voor een stad eigenlijk. De Zuidendijk heeft dan toch wel iets landelijks. En het herinnerde me aan mijn dagelijkse zegening.
Busjes zijn mijn favoriete vervoermiddel. Hoeveel heb ik er nu eigenlijk al gehad?
1. Mijn eerste bus werd in juni 1990 gekocht, een Volkswagen Transporter (T3). In november werd deze weer verkocht. Een Blauwe Bus.
2. Na een poosje geen auto te hebben gehad, kochten we een Witte Bus, een Nissan Vanette. Ongeveer 1992
3. Eind 1995 werd de Witte Bus total loss gereden en werd de tweede Blauwe Bus, de Hyundai H100 aangeschaft. Gloednieuw!
We hebben met de Blauwe Bus veel verhuisd, heel veel spullen en troep afgevoerd. Op de dag na Hemelvaartsdag werd de Blauwe Bus gestolen, volgeladen met tuinafval.
4. Direct werd gezocht naar een alternatief. Het werd een Rode Bus, de Mazda E2200. We herinneren deze auto als log, zwaar en traag. Vooral in de bergen reden we vooraan…
5. In 2002 werd de Groene Bus, een verlengde Volkswagen Transporter, gekocht in Veldhoven. Dat werd de topper in de jaren. Een heerlijke reiswagen met veel mogelijkheden.
We deden de Groene Bus weg toen het wel erg duur werd. Brandstofprijzen en wegenbelasting werden in dezelfde tijd veel duurder. We hadden een poosje geen bus. Een spijtige tijd. Weer een bus kopen bleef de grote wens.
6. In 2017 kochten we de Oranje Bus in Friesland. Heel opzichtig wat kleur betreft en arm aan luxe, maar erg praktisch en fotogeniek. We hebben er enorm van genoten.
7. Nu rijden we met de Bruine Bus. Een wagen die hopelijk veel reisplezier gaat geven. In ieder geval is het rijcomfort al beter dan alle bussen hiervoor.
Met genoegen kan ik schrijven dat we op 10 juni besloten hebben tot de aankoop van een andere Volkswagen Transporter en de verkoop van het Oranje exemplaar. Een historisch moment! Het doet mij wel wat om afscheid te nemen van de Oranje Bus!
Onze Oranje Bus (uit 2006) heeft zijn belangrijkste functie vervuld op het eiland Texel. We hebben hem bijna 4 jaar geleden gekocht in midden Friesland. Onze Bruine Bus (uit 2015) heeft onderhoud gehad in de Achterhoek en is door ons gekocht in Hoeven, Noord-Brabant.
Het ging ineens snel. In de ochtend van 10 juni heb ik de carrosserie van de Oranje Bus laten bekijken door een schade-expert. Zijn observaties heb ik gewogen en werkte mee aan de beslissing over onze Busjes-droom.
Op internet vond ik deze nieuwe auto en eigenlijk had het zo’n beetje alles wat ik graag wil. Het heeft een totaal andere uitstraling en dat is nu prima. En het heeft een automatische transmissie. Dat is wel even wennen. Maar het rijdt minder luidruchtig en soepeler!
Doordat deze bus een dubbele cabine heeft, kunnen we 3 passagiers met ons meenemen. Dat gebeurt niet vaak, maar het kan nu wel weer en het geeft ruimte om de bestuurdersstoel ver genoeg naar achteren te kunnen schuiven.
Een paar extra’s die we hiermee krijgen. De Bruine Bus heeft meer kracht, goede airconditioning, heeft een automatische transmissie, allerlei voorzieningen om handsfree te kunnen bellen en zo nog meer elementen. En, we kunnen weer passagiers meenemen. Wel is het minder aantrekkelijk om lange spullen mee te nemen, want we leveren ongeveer 30-50 cm aan bagageruimte in.
We nemen afscheid van de knutsel auto en gaan gebruik maken van meer luxe en comfort.
Wat een prachtige bloemenzee in de bermen tijdens het fietsen. Echt genieten.
Even een rondje gedaan langs de Dordtse Kil, Moerdijkbrug, Fietspad Langs Den Engel, door de Nieuwe Dordtse Biesbosch en terug over de Zuidendijk. Pak ‘m beet 31 km.
Deze mooie zonnige weekenddagen hebben we vooral buiten doorgebracht, voornamelijk in de Vijfheerenlanden. Zaterdag waren we in Nieuwland, waar we een stuk van de middag en een deel van de avond konden genieten van de rust met uitzicht op koeien, eenden en weidevogels.
Zondagmiddag hebben we op de fiets een ronde gereden. We zijn gestart bij de carpoolplaats Meerkerk, naast de A27.
Via de Zijlkade rijden we naar de Bazelbrug, steken daar het Merwedekanaal over en komen dan in de provincie Utrecht. We gaan direct rechts de Kanaaldijk op, die ter hoogte van Arkel bij de spoorwegovergang Kanaaldijk-Noord gaat heten. We rijden steeds verder weg, totdat we links de weg naar Nieuwland in slaan, de Klinkert.
Die weg gaat over in de Breezijde, die leidt tot het centrum van het dorp. Een eindje verder steken we het watertje over naar de Smalzijde, die op hetzelfde kruispunt uitkomt.
We doen in een dorp of stadje graag een rondje om de kerk, omdat het vaak het oudste gedeelte is. Dat doen we in Nieuwland ook. Nieuwland is in 1025 gesticht. Op de kerk na, zien we weinig echt oude gebouwen staan. Op de kerk, maar ook direct ernaast in een boom zit een ooievaarsnest. Er is een luid geklepper te horen. En aan het kerkdak is wel een heel wit spoor van wat de ooievaars uitwerpen.
We rijden een klein rondje door het dorpje met vooral rijtjeshuizen en rijden dan weer naar het centrum; een kruispunt van wegen. We slaan richting Leerbroek, over de Lange Schenkel, die als een halve cirkel is. We zien de kerk al staan.
Het dorpje Leerbroek is in ongeveer 10 minuten fietsen bereikt. Het dankt de naam aan de oude waterloop de Leede, die nu niet veel meer is dan een sloot. De weg is overal mooi.
De oude kerk is van de 16de eeuw. Het gebouw zelf is van de PKN, maar de Hersteld Hervormden hebben het gebruik ervan. Een echt Reformatorisch dorp lijkt me.
We rijden met een omweg naar Leerdam. Wat leuk om weer even het oude centrum te zien en dan vooral de Zuidwal met de torentjes. Het is gezellig druk.
We steken vanuit het centrum de doorgaande weg over en rijden de Lingedijk op, komen dan langs dé glasfabriek en gaan zo verder langs de Linge.
We zien Oosterwijk liggen, een gehuchtje met een kerkje en het Kerklaantje, gelegen op de hoek van de Oudendijk en de Lingedijk, bijna tegen Leerdam aan. Ooit was hier ook een kasteel.
We fietsen verder door naar Kedichem.
Van Kedichem zien we niet veel. De kerk is het oudste monument, denk ik.
Het dorpje roept wel weer de herinnering op aan de aanslag op een hotel in 1986, waar de toenmalige Centrumpartij in het geheim een bijeenkomst had belegd. Het hotel brandde geheel af, maar het was ook een persoonlijke tragedie voor meerdere mensen. Ik vond een verslag van dat verhaal hier.
We rijden de Kerkstraat door en rijden dan achterlangs weer in de richting van Oosterwijk en Leerdam. We zien dan bij Leerdam dat de vroegere oude volkswijk West een geheel nieuwe uitstraling heeft gekregen. Wat een herinneringen roept zo’n rit op. Allerlei geschiedenissen met cliënten van toen, komen weer boven. Een mooie tijd.
We komen uiteindelijk weer uit op het Dorpsplein in Nieuwland, bij het kruispunt. Even bijkomen van de zadelpijn, die we inmiddels hadden ontwikkeld.
Het belang van wandelen is intussen ruimschoots aangetoond. Nu nog het toepassen.
Kortgeleden had ik een mooie ervaring. We dachten samen even te gaan wandelen in de Nieuwe Dordtse Biesbosch. De zon scheen. Er was wel bewolking. We hadden zo’n 2-3 km gewandeld, toen de wolken wel erg donker werden en het begon te regenen. Naast de regen begon het ook flink te waaien. En de regen werd een stortbui. Een schuilplaats was er niet. De regenjas gaf gelukkig een goede bescherming en de capuchon kon met een touwtje ook goed dicht.
Het was door een stevige bries en de flinke nattigheid geen optie meer om door de velden terug te lopen, wat ons plan eigenlijk was. Lopend over de dijk kon wel. Zó lopen in de regen en de forse wind bleek eigenlijk wel een mooie ervaring. Eentje, die ik normaal graag uit de weg ga.
Zo ging het de eerste werkdag erna ook. Ik dacht te gaan wandelen, maar zag de wolken en het risico van regen. Even was er de verleiding om toch met de auto te gaan. Ik zette door en het werd opnieuw een forse bui met volop wind. En eigenlijk was het weer best lekker.
Zo heb ik de afgelopen dagen steeds gewandeld naar het werk. Geen mooi weer. Toch fijn. En het voelt gezond.
Vandaag scheen de zon. Dus nu elke kans aangegrepen om te wandelen. En terwijl er dan gesproken wordt met een cliënt, er nieuwe inzichten ontstaan, soms ook emoties de ruimte krijgen, wordt er ook ontspanning ervaren door het wandelen.
Even staan we bewust stil bij wat er is waar te nemen. De geuren van de planten en het geluid van vogels, de kleuren van de omgeving, de warmte van de zon en de koelte in de schaduw.
Zo geniet ik ook van de oude Zuidendijk met de dijkhuizen en het rustieke bruggetje.
De stilte was er ook heel dichtbij, in de moestuin een blok verder dan de praktijk. De buurman was er heerlijk bezig.
Bij de Tiny Houses in de straat is er ook stilte. We genieten van de rust.
Wandelen zet aan tot nadenken, tot waarnemen, het laat nieuwe beelden op de werkelijkheid ontdekken.
In de Achterhoek is eindeloos veel ruimte om te wandelen. Er zijn ook veel landhuizen en kastelen te vinden. Kasteel Hackfort bij Vorden is er een van.
Bij het kasteel is een koetshuis dat dateert uit 1881. Er is nu een brasserie in gevestigd, maar vroeger huisvestte het gebouw de paardenstal, de oranjerie, de rijtuigstalling en een later ingebouwde tuinmanswoning. Het is dus een een goede plaats om iets lekkers te gaan halen, de Keuken van Hackfort. De versnapering is inderdaad niet te versmaden!
De enorme moestuin is kenmerkend voor de keuken. We genieten van de natuur, maar in de tuin ook van de natuurlijke materialen om planten te leiden.
We laten de eetgelegenheid voor wat het is en gaan aan de wandeling. We maken een toer van ongeveer 5 km rondom dit kasteel.
Rondom de wandelpaden zien we de ene na de andere plant, die ons blij maakt en doet afvragen welke soort het is.
Deze plant heeft blaadjes zoals de klaver. We zoeken het na. We komen uit op de Inkarnaatklaver. Deze plant komt van nature voor in het Middellandse zeegebied, maar door het gebruik als veevoer komt deze tegenwoordig overal voor.
Dit fijne bloemetje staat ook volop in het gebied. Het heet Grote Muur en is een kruidachtige, vaste plant uit de anjerfamilie.
Heel dicht bij het kasteel komen we de donkere ooievaarsbek tegen, een vaste plant, een stinsenplant. Die term staat voor een groep planten die van oorsprong in een regio alleen als ingevoerde sierplantensoort voorkwam in landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen en dergelijke, en zich daar handhaafden of verwilderd zijn.
Onze aandacht wordt ook geregeld getrokken door de veelbloemige salomonszegel, die gerekend wordt tot de aspergefamilie.
We komen weer dichterbij het kasteel. Er blijken veel mensen hier een foto van elkaar te maken. Wij vragen ook iemand om van ons een foto te maken.
Hackfort begon als simpel woonhuis langs de Baakse Beek. In de loop der tijd groeide het uit tot een compleet landgoed met kasteel, watermolen, boerderijen, boomgaarden, graanakkers, weilanden en bosjes. Daar hebben we net doorheen gelopen.
Er wordt geschreven dat het lag aan een voorde bij de Baakse Beek. Een voorde bestaat uit een ondiep gedeelte op de kruising van een weg met een beek of rivier en maakt het oversteken daarvan mogelijk. Ook de plaatsnaam Vorden lijkt daarvan te zijn afgeleid.
Ongeveer naast kasteel Hackfort ligt een watermolen uit ongeveer 1700. De molen is voorzien van een waterrad met schoepen en wordt aangedreven door water uit de Hackfortse Beek. Dit waterrad zorgt voor de aandrijving van molenstenen waarmee graan gemalen wordt.
We komen bij de gesloten poort van het kasteel. Rechts zien we het voormalige koetshuis, nu brasserie.
Rondom de oprijlaan is het een kleurrijk geheel. Ongeveer een half miljoen bolletjes zijn er gepoot door de vrijwilligers van Natuurmonumenten, o.a. lenteklokjes, vingerhelmbloem, holwortel, vogelmelk en narcissen; stinzenplanten.
Ook deze wandeling is zeer geslaagd te noemen. De gezelligheid van vrienden, maar ook de prettige temperatuur. Met 15°C is het heerlijk!
Lopend ging ik op en neer naar mijn werk. Wil wat meer lopen, ook voor de rust en de beweging. Op de heenweg was het hard werken om het tempo vast te houden in de volle tegenwind. De wind was mooi in plaatjes te vangen: deze mooie treurwilg en ook de vlag.
Op de terugweg liep het als op vleugels. Met deze milde temperaturen, ongeveer 15°C is het een heerlijk gevoel!
Een oude nummerplaat. Hoe oud zou die zijn? Zelf dacht ik aan rond 1890. Alleen toen waren er nog geen kentekens op de auto’s. Dat was iets later. Vanaf 20 februari 1898 was voor het gebruik van rijkswegen en -paden voor voertuigen zwaarder dan 150 kg, mits voortbewogen door een mechanische kracht, een vergunning van Rijkswege vereist. Het volgnummer van de vergunning moest duidelijk zichtbaar en voldoen aan een minimum formaat op de voorzijde van het koetswerk van het voertuig worden aangebracht. Men kon kiezen voor zwarte letters op een witte achtergrond, of witte letters op een zwarte ondergrond.
In 1905 werd de Motor- en Rijwielwet van kracht. In deze wet werd bepaald dat voertuigen aan de voor- en achterzijde moesten worden voorzien van een nummerbewijs. Auto’s kregen aanvankelijk per provincie een kenteken met een letter en cijfers. Aanvankelijk had de provincie Zuid-Hollands de letter H. Vanwege de toename van het aantal auto’s kwam er in 1932 er een tweede letter bij (HZ). In 1947 was de HZ serie op en volgde de lettercombinatie HX.
Vanaf 1951 werd een landelijk systeem van kentekenplaten ingevoerd. Een systeem dat we nog steeds hebben. In 1956 zijn de laatste nog in omloop zijnde provincienummers vervangen door het nieuwe kenteken systeem. We kunnen dus concluderen dat deze kentekenplaat HX-31178 gedateerd kan worden tussen 1947-1950
Terwijl we na een regenbui naar buiten gaan voor een wandeling, ruiken we het weer. Die aparte regengeur. Hoe heet die geur, vroeg ik me af. En ik heb het opgezocht. Het is dus Petrichor. De wetenschappers Isabel Joy Bear en Roderick G. Thomas hebben ontdekt dat de geur ontstaat doordat de moleculen waaruit regendruppels zijn opgebouwd zich vermengen met lucht. Zodra een regendruppel de grond raakt, veroorzaakt hij minuscuul kleine waterbelletjes die opstijgen uit de ondergrond. Die nemen bacteriën, mineralen en andere stoffen mee die in de grond zitten. Eenmaal in de lucht barsten de belletjes open. De stoffen die ze meegenomen hebben veroorzaken de geur.
Terwijl we wandelen ruiken we nog meer! De geur van Anthriscus sylvestris, oftewel Fluitenkruid ofHollands Kant. Het fluitekruid dankt zijn naam aan het feit dat van de stengel fluitjes gemaakt kunnen worden. Om een fluit te maken moet bij een holle fluitenkruidpijp, met onderaan een dichte knoop, ongeveer halverwege een snee overlangs gemaakt worden.
De plant werd door Jac. P. Thijsse ook wel ‘Hollands kant’ genoemd. Dit omdat de bloemen fijn van vorm zijn.
We zien dat de boterbloemen ook opgekomen zijn. Wat een prachtige kleur geel hebben ze toch! Ze sieren net als het fluitekruid en de raapzaad de berm zo fraai op. Ook op de naam boterbloem heb ik gezocht, maar een overtuigend antwoord vond ik niet, dan dat de kleur zo geel is als boter en dat koeien het niet eten. De bloem stinkt en is giftig.
Ook vermeldenswaard is het jonge grut dat we zagen zwemmen. Dat blijft ook steeds leuk om te zien.
Mijn indruk is dat de grotere watervogels zoals ganzen en zwanen meer jongen uiteindelijk groot krijgen dat de kleinere watervogels, zoals eenden, meerkoeten en waterhoentjes.
Het werd zo weer een mooie wandeling, terwijl we ons er echt wel even toe moesten zetten.
Gisteren was het weer zover. Een prikkelhoest, snotterigheid en wat meer klachtjes in de avond ervoor, gecombineerd met een gevoel van verantwoordelijkheid, maken dat ik me voor de 6de keer laat testen.
Wanneer ik aankom, is er een vertraging van 15 minuten. Uit alle lagen van de bevolking komen mensen om getest te worden. Er staan opvallend veel kinderen in de rij. Voor mij een jongetje van 4 jaar. Hij heeft lol in springen. Wanneer ik in een overdekt deel terecht kom, betekent dat het springen naast zichtbaar ook voelbaar wordt. Wat kost dat een hoop energie. Gelukkig duurt het maar kort en kan ik door actief afleiding te zoeken, ergernis voorkomen. Na een compliment dat hij een grote jongen is, -hij noemde het zelf een groot jongetje- huppelt hij met zijn moeder naar de testlocatie.
Ik mag gelijk er achteraan. Keel en neus worden met een paar rondjes draaien met de wattenstaaf even onaangenaam beroerd en dan mag ik weer naar huis.
De klachten van de vorige avond waren eigenlijk al weg. En mijn vermoeden is binnen 18 uur bevestigd: negatief, net als alle andere keren. Is toch een fijne wetenschap!
De teststraat hoop ik te kunnen gaan vergeten. Op naar een klachtenvrije tijd!
Woensdag en donderdag is er hard gewerkt in de tuin. Dat is bevredigend, omdat er weer overzicht is, dingen zijn afgemaakt en er zijn weer voortgangen gemaakt. Fantastisch is het om te merken hoe Karin geniet van de coaching bij het tuinieren. De coach, Carolien, is hovenier, maar is ook tuinontwerper. Het is daarom heerlijk de vele vragen te kunnen stellen en dingen ook gelijk praktisch te kunnen uitvoeren. De tuin is van voor tot achter weer lente-klaar.
We hebben recent ook weer zinken bakken aangeschaft, die leuk zijn voor planten. Onderin de bodem heb ik gaten geboord om overtollige vocht te kunnen afvoeren. Er zijn rijstpapieren mondkapjes in de aarde gelegd, waarin zaad verwerkt zit. Een grappig idee. Ik kreeg ze als bedankje van 1nP. We zijn heel benieuwd wat er uit zal komen.
Ook de nieuwe tuinverlichting is nu compleet. Het geeft een gezellige sfeer met het gelige licht. Het voelt als een feest om straks op een zwoele avond daar te kunnen zitten, maar ook nu het nog te koud is om in de avond buiten te zitten, is het fijn om vanuit de huiskamer dit sfeervolle licht te zien. De vijf lampen gaan tegelijk aan.
Ook de regenton is neergezet. Deze is nog niet aangesloten op de regenpijp, maar dat volgt ook wel weer.
Fijn om straks regenwater te kunnen gebruiken voor de tuin.
Vorige jaar schafte ik een paar pallets aan om een afscheiding te maken bij de vuilnisbakken. Vandaag heb ik die tot een eenheid getimmerd met megagrote spijkers. Met een moker kon ik die spijkers erin verwerken. Heerlijk om die erin te rammen. Het wandje ziet er uit zoals ik graag wil. Wellicht krijgt het nog een rode top. Daarover denk ik nog na. De rode accenten in de tuin vind ik erg leuk, maar het moet niet teveel worden. Toch?
Tot slot is het nog leuk te vermelden dat we weer in verwachting zijn van een eenden-gezinsuitbreiding. Dat was vorig jaar zo leuk. We hopen dat er wat meer blijven leven dan vorig jaar. De populatie wilde eenden lijkt een stuk kleiner geworden in de loop van de jaren..
Waren net de ramen weer schoongemaakt? Het is voor niks geweest. Gisteren en vandaag werd het woongebouw waarin mijn praktijk gevestigd is, met een hogedrukspuit onder handen genomen.
Met een hoogwerker werd op raam niveau de spuit erop gezet.
Later werd dezelfde hoogwerker ingezet om de schilder de kans te geven zijn kwaliteiten te laten zien.
Toen we recent iemand hielpen met een verhuizing, keken we elkaar samen aan. We hadden heel veel dozen met boeken gesjouwd, het leek een complete bibliotheek. Veel meer boeken dat er ooit te lezen zullen zijn. Dit willen we écht niet.
Het afgelopen jaar had ik dagelijks wel een natte neus moest ik snuiten of niezen. En dat tijdens corona en geen corona hebbend. Een oude kwaal had zich geopenbaard, namelijk huisstofmijt-allergie.
Afgelopen week hebben we de moed gevat en de ergste bron van huisstof aangekeken: de boeken onder de vensterbanken. En toen hebben we besloten dat alle boeken achter glas moeten komen te staan, behalve die waarin we lezen. We hebben twee extra boekenkasten aangeschaft en vervolgens alle boeken gewogen. Ruim 300 werden te licht bevonden en zijn in bananendozen beland en gratis aangeboden aan liefhebbers.
Diverse vrienden en bekenden hebben uit de afdankertjes boeken geselecteerd. We hopen dat die weer een bron van inspiratie en van plezier zullen zijn.
Het afstoten van zo’n reeks boeken doet me zeer. Het liefst ben ik omgeven door boeken. Veel titels geven een herinnering aan de inhoud. Dat verrijkt, haalt herinneringen op aan voorbije tijden en laat beseffen hoe we veranderen in denken, voelen en handelen. Mooi dat proces, die groei. Ik voel me een rijk mens.
Nu hebben we een kamer vol met boeken achter glas: een bibliotheek / studeerkamer / werkkamer. Wat een weelde. De huiskamer oogt leger, ruimer en rustiger, ook doordat hrt vloerkleed is weggehaald.
In vergelijking met een week geleden genieten we vandaag van een heerlijke temperatuur. Wel 30°C verschil! Ik houd tijdens het fietsen mijn jas uit. Het is niet nodig. Heerlijk zeg!
We rijden door de Nieuwe Dordtse Biesbosch naar de Zeedijk. Daar zijn de bomenrijen verdwenen. Wat maakt dat het beeld anders… Saai!
We dachten even om naar de Brabantse Biesbosch te gaan, maar er staat een rij om “u” tegen te zeggen en de veerboot is net op weg naar Brabant.
We fietsen daarom verder. We zien leuke huisjes op de kampeerplaats staan. In de Merwelanden is het enorm druk, vooral bij de grote vijver daar. Verderop is het wat minder, maar we passeren volop mensen, die lopend, fietsend, steppend en skatend genieten van de zon. De behoefte aan vrijheid en ruimte is groot!
Een blik op de Merwede kan ik natuurlijk niet vermijden. Rivieren met daarop binnenvaartschepen blijf ik van genieten!!
Tijdens een wandeling in de Achterhoek kwamen we allerlei creatieve vormen tegen.
Het begon met een slootje waar nog wat ijs op lag. Ik vind het intrigerend om zulke figuren in het ijs te zien en vraag me dan af waarom het niet gewoon strak in eenzelfde kleur is. Zou er iets ingegooid zijn?
Rondom staan er bomen met een bijzondere bast. Net of er draden overheen lopen. En die knoesten zijn ook het bekijken waard. In vergelijking met een willekeurige boom met een strakke bast, is deze toch wel opvallend!
Ook mensen hebben hun eigen creatieve uitingsvormen, zoals dit glazen labyrint.
Op een bordje erbij staat o.a. : “Een labyrint lopen is een metafoor voor het vinden van je levensweg. Je kunt het onbevangen bewandelen, of met een vraag over iets wat je bezighoudt. Loop in alle rust het uitgezette pad. Sta stil in het hart zolang je dat prettig vindt en stel je open voor inzichten en antwoorden. “
Deze omgezaagde boom met die diep donkere paardjes erbij is niet creatief bedoeld. Het is een vorm van chaos. Toch denk ik dat bomen en dieren en alles wat er is, uitingsvormen zijn van creativiteit. Een ruim uur wandelen heeft weer van alles aan moois opgeleverd! Geeft reden tot dankbaarheid.
Een wandeling over de sneeuw. Het maakt bekende plekken weer nieuw. Na jaren had ik weer een ontmoeting met een bevriende leeftijdgenoot. We praatten bij, de context is weer wat meer up to date.
Af en toe komt er een zonnegloed over het bevroren water. Prachtig!
Wát een verschil met de afgelopen dagen. Toen was het zó guur door de harde wind.
Vandaag ben ik gaan wandelen naar mijn werk. En dan is de bekende wereld zo leuk ánders. Het is wel fris, maar toch een heerlijke temperatuur. Met de ondersteuning van nordic wandelstokken kon ik lekker doorlopen. Bij de dijk werd er gesleed en gespeeld. Echt sfeervol.
Tijdens een kerstwandeling zagen we een boom met een paar propjes kauwgom. Terwijl we verder liepen, zagen we dat het bepaald niet de enige boom was. Ik kan wel genieten van dit soort kunstuitingen. Je moet het maar verzinnen.
De rustige laan is doordeweeks een veel drukkere weg. Er komt hier een nieuwe woonwijk….
Wellicht is het grote aanstellerij… maar ik kan mij erg unheimisch voelen door koude voeten en kou op zich. Het voelt dan alsof ik tot op het bot koud ben. Vandaag is het midden op de dag 8°C. Niet verbijsterend koud dus, maar ik heb het nu binnen waar het 20°C ook koud.
Wat is het dan meer dan heerlijk om de houtkachel aan te doen! Het knapperende houtvuur met de oranje vlammen laat de temperatuur lekker oplopen.
Deze week bezocht ik een studiemiddag bij Vereniging Christen Coaches. Peter Gerrickens leert ons ‘werken met kaartspellen’.
Vier doosjes met kaarten staan op tafel bij binnenkomst, het gevoelswaardenspel, spel van verlangens, kwaliteitenspel en Inspiratiespel. Ik vind het wel spannend om bij deze workshop te zijn, want met kaarten heb ikzelf nooit eerder gewerkt. Zal ik het verhaal snappen, voldoende concentratie hebben en het kunnen toepassen?
Peter Gerrickens start in alle rust met de opbouw van het verhaal. Een kaartspel gebruiken kan erg zinvol zijn, omdat cliënten meer actief betrokken worden en zich veiliger kunnen voelen. De kaarten zelf helpen hen om woorden te vinden en om verbanden te ontdekken bij een vraagstelling.
We beginnen met het gevoelswaardenspel. Er zijn tal van emoties verwoord op kaartjes, op elk kaartje een andere. Prettige gevoelens zijn gesymboliseerd door een zonnetje, onprettige gevoelens door een wolkje. Verder zijn er kaarten met levensgebieden en foto’s/plaatjes.
We worden gevraagd om een probleem in herinnering te brengen en daarbij een fotokaart te kiezen, die het probleem goed symboliseert. Ik neem als probleem het omgaan met de uitleg van de kaartspellen deze middag. Een plaatje met een wirwar van draden is het symbool. Ik zoek daarbij in de reeks kaartjes de passende woorden, die mijn gevoelens uitdrukken. Die kaartjes leg ik erbij. In het overzicht wat er dan ontstaan, komt ook inzicht. De kaartjes naast elkaar zien, werkt verhelderend.
We gaan verder met het inspiratiespel en nemen ook het kwaliteitenspel erbij. Het gaat nu over onze drijfveren. De kaartjes helpen om inzicht te krijgen welke belemmerende overtuigingen je hebt bij een na te streven doel.
Ik ga verder met het eerder genoemde probleem, het toepassen van de kaartenspellen zelf. Het lijkt mij wel wat om deze kaarten te kunnen inzetten, maar voel ook weerstand. Door de suggesties herken ik snel mijn belemmerende gedachten. Die zijn “Het lukt mij toch nooit” en “Ik weet niet hoe ik het moet aanpakken.” Die kaartjes leg ik in het midden. Links ervan leg ik kaartjes neer die iets zeggen over mijn (verborgen) kwaliteiten, die in gunstige omstandigheden zichtbaar zijn, verwoord in ‘avontuurlijk’, ‘creatief’ en ‘zelfverzekerd’. Dat valt nu weg. Ook mijn ‘spontaniteit’, ‘rust’ en ‘enthousiasme’ worden door de belemmerde gedachten getemperd, Recht leg ik kaartjes neer die vervormingen van mijn kwaliteiten weergeven. Ik pak kaartjes met de woorden chaotisch, slordig en breedsprakig. Ook in de woorden onzeker, ongedisciplineerd en afwezig, herken ik me in deze situatie. Door het zo geordend op tafel te leggen is het inzichtelijk geworden. Ik begin het leuk te vinden en minder spannend.
We krijgen nóg een ervaring. We wisselen gelijl ook van gesprekspartner. We gaan het ‘spel van verlangens’ verkennen. Van de kaartjes kies ik ‘slapen’, ‘rust’, ‘een gezond lichaam’ en ‘eten, drinken en kleding’. Bij die behoeften worden kaartjes ‘effecten op het gedrag’ gelegd. Hoe verkouden de behoeften en gedrag zich tot elkaar? Ook dat overzicht geeft weer inzicht en er ontstaat ook gelijk een heel leuk persoonlijk gesprek daarover. Het nut van de kaarten heeft zich wel bewezen.
Ik kijk terug op een leuke, informatieve en leerzame middag. En weer heb ik nieuwe mensen ontmoet, wat inspirerend is. Leuke club, die VCC!